Toen
Kommer Kleijn (1959) zover was om zijn eerste speelfilm te draaien,
brak de golfoorlog uit. De filmbusiness in België lag op zijn gat, het
momentum van Kleijn leek voorbij. Hij verbitterde niet, maar
specialiseerde zich in visual effects, animatie en 3D. Nu wordt hij
gekgebeld voor stereografische films en adviezen.
Director
of photography Kommer Kleijn S.B.C. (photo:
Bart van Broekhoven)
Director of Photography, VFX cameraman, stereograaf en
technologisch
consultant; dat zijn de kwalificaties die Kommer Kleijn zich toedicht
op zijn website www.kommer.com. De reeks kan moeiteloos worden
aangevuld. Visual Effects Cinematographer, Motion Control
Cinematographer, Special and Large Format Cinematography… de
specialisaties van Kleijn zijn inmiddels niet meer op een hand te
tellen. De kwieke vijftiger zit er ontspannen bij in het sjieke
Sheratonhotel op Schiphol. Zijn gestreept colbert hangt achteloos over
een witte designersstoel. Op zijn gemak beantwoordt hij geanimeerd de
vragen, terwijl zijn blauwe ogen glinsteren achter zijn bril. Uit niets
valt op te maken dat zijn vliegtuig naar Brussel binnen twee uur
vertrekt.
Director
of photography Kommer Kleijn S.B.C. met 3D camera in Helicopter voor
"De Westhoek Queeste", 2000.
De
Belg van Nederlandse afkomst is er de laatste jaren aan gewend geraakt
veel te reizen. Op dit moment verdeelt hij zijn tijd tussen zijn werk
als stereograaf, het lesgeven op twee Belgische filmacademies en het
geven van workshops stereografie voor professionals wereldwijd. Eerder
reisde hij als lid van de Technical Module van de EDCF (European
Digital Cinema Forum) en voorzitter van de technische commissie van
Imago (European Federation of Cinematographers) de wereld over. De
expertise van Kleijn is gewild, maar dat is niet altijd zo geweest.
België
Na zijn eindexamen gymnasium in
1978 meldt Kleijn zich aan voor de Filmacademie in Amsterdam. “Ik was
met fotografie bezig en wilde niet doen wat mijn ouders deden. Mijn
moeder treedt op als pianiste, mijn vader was ingenieur. Een cameraman
is half artiest, half technicus, schrijft David Samuelson in zijn
Hands-On Manual for Cinematographers. Bij mij was dat letterlijk het
geval, dus achteraf bezien heb ik ze toch allebei tevreden gesteld.”
Kommer
Kleijn tijdens 3D opnames voor het Nederlands paviljoen van de de
Floriade 2002.
In
Amsterdam wordt hij echter niet toegelaten. “Waarschijnlijk heb ik
zitten raaskallen, ik was zo nerveus.” Op aanraden van zijn zus steekt
hij zijn licht op in België, waar hij toelatingsexamen doet bij twee
filmacademies. Bij allebei wordt hij aangenomen. Zijn voorkeur gaat uit
naar de Franstalige academie INSAS (Institut National des Arts de
Spectacle et Techniques de Diffusion) in Brussel, omdat het werk van de
docenten Ghislain Cloquet ASC en Charlie Van Damme AFC hem aanspreekt.
“Ik bloeide helemaal op in België. Tijdens mijn studie heb ik
diepgaande vriendschappen opgedaan. Daarna heb ik nooit meer de
behoefte gevoeld om het land te verlaten.
Golfoorlog
Na de academie doorloopt
Kleijn de klassieke route van clapper loader (bij o.a. Een Vlucht
Regenwulpen en Menuet), eerste assistent, cameraman bij een dertigtal
korte speelfilms en cameraman second unit. Logischerwijs zou deze
moeten uitmonden in klussen als DoP van langspeelfilms. Maar dat gaat
zo niet. De golfoorlog komt ertussen en de hele filmindustrie in België
ligt op zijn gat. Om in zijn onderhoud te voorzien gaat Kleijn -altijd
al geïnteresseerd in teledatacommunicatie- parttime in een
computerwinkel werken. Daarnaast maakt hij bedrijfsfilms en commercials
(VFX en DoP) en breidt hij op eigen houtje zijn technische kennis uit.
Hij specialiseert zich in visual effects, blue screen en
composietfotografie. Ook stop motion en motion control hebben zijn
aandacht, net als stereografie en groot formaat film zoals IMAX.
Dankzij zijn
elektronische en technologische achtergrond raakt hij bovendien
betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe camerasystemen. Speciaal voor
stop motion bedacht en ontwierp hij de ‘Animoko’. “Animoko is kort voor
Animation Motion Control, normaal dus Animoco, maar ik veranderde de c
in een k vanwege mijn naam.”
Kommer
Kleijn S.B.C. met zijn Animoko Motion Control Rig voor poppenfilms
Na de golfoorlog herstelt de filmbusiness in België zich
uitermate
voorzichtig. “Zo’n zes, zeven jaar was er geen plaats voor een jeune
premier, zoals wij dat noemen. Producenten vroegen eerst de
bloedervaren cameramannen terug die ook aan de kant stonden duimen te
draaien.”
Het momentum voor Kleijn om als DoP van een speelfilm zijn entree te
maken lijkt voorbij. De bedrijfsfilms en commercials die hij maakt,
doen zijn hart niet sneller kloppen. “Ik zocht uitdagingen en kwam zo
bij technisch steeds ingewikkelder dingen terecht. Zo werd ik een man
van specialiteiten. Ik kreeg de reputatie bij producenten; als je een
script krijgt en denkt: hoe moet ik dit in godsnaam doen? Kommer
bellen! Alle rare dingen kreeg ik op mijn boterham.
3D
Zo ook zijn allereerste 3D klus, in
1998. In opdracht van een Japans pretpark maakt hij Alice in Digital
Land; een interactieve 3D-, beeldsynthese, virtual reality en life
actionfilm van 26 minuten. Het publiek kan tien keer stemmen over de
afloop. Kleijn ontwerpt in samenwerking met een bedrijf zelf een 3D
camera, met kubuscamera’s uit de medische wereld, 7.7 zoomlenzen van
Fuji en een mechanisch gekoppelde focus. “De eerste films waren
allemaal green screen, dus je kon achteraf nog wat corrigeren. We
werkten met een virtuele studio. De decors waren virtueel, de
hoofdrolspelers echt, de tegenspelers CGI/beeldsynthese. Het was een
fantastisch experimenteerlaboratorium.”
Steeds meer
3D-projecten volgen, waaronder een bedrijfsfilm voor de Gasunie en een
korte speelfilm voor het Nederlandse paviljoen op de Floriade. Ook
wordt Kleijn gevraagd om als stereograaf een Russische speelfilm te
begeleiden. De topproductie met een crew van 150 man valt echter na
drie dagen al in duigen. Tegenwoordig staat zijn telefoon roodgloeiend
voor stereografie-opdrachten. Vewonderd: “Twaalf jaar lang maakte ik
een 3D-film per jaar, voor een paar halfgare gekken. Nu is het
plotseling hot. Ineens kan ik iets dat bijna niemand anders kan.”
Director
of photography Kommer Kleijn S.B.C., 3D opnames voor een commercial
“In mijn werk als stereograaf profiteer ik enorm van mijn
ervaring
als cameraman. Als stereograaf en cameraman hou je niet alleen in het
oog dat het publiek geen hoofdpijn krijgt, maar ook dat er een verhaal
verteld moet worden. Bovendien begrijp je de relaties op de set: bij
onenigheid is de regisseur de baas, dan de cameraman en dan pas de
stereograaf. Mensen die alleen tot stereograaf zijn opgeleid, kennen de
verhoudingen vaak niet. Je weet ook dat je een manier moet vinden om
snel te werken, zodat je niet elke keer een half uur staat te foefelen,
anders worden regisseur en acteurs knettergek. Dat is het belangrijkste
van 3D, dat het in dienst staat van de film en het verhaal en dat je
het maakt in goede samenwerking met cameraman en regisseur. Je moet
natuurlijk ook niet vergeten dat het er uiteindelijk om gaat het
publiek een fijne ervaring mee te geven."
Mister Frame Rate
Sinds 2007 is Kleijn
lid van de technische commissie van Imago. Onder meer in die
hoedanigheid heeft hij zich de afgelopen jaren intensief en succesvol
beziggehouden met de implementatie van een nieuwe standaardreeks
beeldfrequenties in digitale bioscoopprojectors. “Frame rates
(beeldfrequenties) zijn echt een stokpaardje van mij geworden. Bij de
SMPTE in Amerika noemen ze mij Mister Frame Rate. Ik ben verknocht aan
projectie. Mijn liefde voor speelfilm begint in de bioscoop. Ik ben
altijd magisch verliefd geweest op de bioscoop, en de projector is
daarin een sleutelelement. Want uiteindelijk is dat het ding; je kunt
als cameraman de mooiste beelden ter wereld maken, maar als de
projector het niet kan weergeven, dan heb je er niets aan.”
Director
of photography Kommer Kleijn S.B.C.
Al
in zijn studententijd is Kleijn ‘chef projectionist’ in een zaaltje
waar twee keer per week films worden vertoond. “Bioscoopprojectie is
bijna heilig voor me. Sinds 2002 heb ik zelf een 3D-projector in huis,
een enorme mastodont, geïmporteerd uit Boston.” Elektronische projectie
heeft altijd zijdelings zijn belangstelling. Maar zodra het discours
over digitale projectie gaat, kan hij de ontwikkelingen niet langer
vanaf de zijlijn gadeslaan. “De ITU (International Telecommunication
Union) deed in 2002 een voorstel om HDTV-standaarden in de bioscoop te
gaan gebruiken. De hele camerawereld viel daarover; men realiseerde
zich: er gaat iets gebeuren en wij moeten iets doen, anders gaat het
fout. Ik ben het op de voet gaan volgen en heb meegetekend tegen dat
ITU-voorstel.”
Blunder
“De jongens van ASC (American Society
of Cinematographers) hebben toen gelobbyd voor High Temporal
Resolution; een mogelijkheid voor hogere beeldsnelheid bij weergave.
Want 24 beelden per seconden is natuurlijk big shit; een standaard die
rond 1930 is ontstaan, omdat machines toen niet sneller konden.”
3D
opnames voor een nieuwe attractie voor het Futuroscoop park in
Poitiers, Frankrijk, 2010.
Er
komt een DCI (Digital Cinema Initiatives) -specification met als High
Temporal Resolution snelheid 48. “Hoe komen ze daar nou bij?,” denkt
Kleijn. Op een IBC-conferentie loopt hij de medewerkers van DCI tegen
het lijf en vraagt hen naar de reden. Hun antwoorden bevredigen hem
niet. “48 kun je gemakkelijk door 2 delen, dan krijg je 24", zeiden ze.
Dus als je draait op 48 en één op twee beeldjes wegsmijt, dan kan je
het toch nog afspelen in een 24- bioscoop. Maar als je mij een camera
geeft die op 48 draait, dan wil ik ook de nieuwe mogelijkheden
gebruiken en dan is het op 24 echt niet meer om aan te zien.
Uiteindelijk
was het 48-voorstel een enorme blunder, want het werkt ook niet goed op
dvd en blue ray. Zeven Amerikaanse studio’s plus de ASC hadden zich
lelijk verkeken.”
Digital Cinema Standardisation
Kleijn wil hoe
dan ook voorkomen dat de High Temporal Resolution wordt vastgesteld op
alleen maar 48. Doordat hij lid wordt van een aantal invloedrijke
gremia vindt zijn
overtuiging steeds meer gehoor. Hij ontvangt een uitnodiging om deel te
nemen aan de Technical Module van de EDCF, een officieel inputorgaan
voor de SMPTE (Society of Motion Picture and Television Engineers) DC28
commissie, die de standaard voor de toekomstige digitale
filmdistributie en projectie moet definiëren. Ook raakt hij onverwachts
betrokken bij Imago, als hij André Goeffers, voorzitter van de SBC
(Belgian Society of Cinematographers), vergezelt naar een vergadering
in Parijs. Adreas Fischer-Hansen wordt daarin verkozen tot president en
doet zijn toekomstvisie voor Imago uit de doeken. Een van de doelen is:
Getting involved in digital standardisation. Als hij vraagt wie dat wil
gaan doen, hoeft Kleijn zijn vinger maar op te steken. “Ik had al
gemerkt, alleen als Kommer Kleijn gaat het niet lukken om die
voorgestelde beeldfrequentie van 48 te veranderen, maar vanuit Imago,
dat 1400 cameramannen vertegenwoordigd, misschien wel. Ik heb meteen
gezegd, die 48 moet 60 worden.”
Director
of photography Kommer Kleijn S.B.C. (photo:
Bart van Broekhoven)
Door een presentatie over beeldfrequenties tijdens een
vergadering
van de DC28-commissie in Amsterdam, komt Kleijn helemaal dicht bij het
vuur te zitten. Hij stelt voor om meer flexibiliteit te hanteren in de
nieuwe standaard voor digitale projectie. “De hele
standaardisatiecommissie zat er apengapend naar te kijken. Vervolgens
was het akelig stil. De voorzitter, Wendy Aylsworth, nu Vice President
of Technology van Warner Bros en Engineering Vice President of SMPTE
opperde dat er een werkgroep gesticht moest worden. ‘Wie zijn de
vrijwilligers?’, vroeg ze. Ik natuurlijk. Wie is er kandidaat voor
voorzitter? Opnieuw stilte. Toen heb ik maar weer mijn vinger
opgestoken. In een klap was ik voorzitter van een van de werkgroepen
van de DC28-commissie, terwijl ik een week eerder nog niet eens lid was
van de
SMPTE.”
Bert Easey Technical Achievement Award
In
december 2009 krijgt Kleijn de prestigieuze ‘Bert Easey Technical
Achievement Award’ van de British Society of Cinematographers. Een
waardering voor zijn inspanningen om de beeldfrequentie van 60 op te
laten nemen in de internationale standaard voor digitale projectie.
Want, al heeft het jaren geduurd, uiteindelijk zijn er dan 6 snelheden
gestandaardiseerd: 24, 25, 30, 48, 50 en 60. “30 zit erin omdat in 3D
de stroboscopie nog veel meer stoort dan in 2D. 48 zit er nog in omdat
je die nodig hebt om 24 stereo te kunnen projecteren. 50 om 25 in 3D te
kunnen zien. De hele stereocommunity is natuurlijk geïnteresseerd in 60
beelden per seconde. De capaciteit van machines om 30 beelden per oog
te kunnen doen, is peanuts zou je zeggen, maar toch helpt het al. En
als je een film draait in 60, dan moet je de 2D-versie ook kunnen
tonen. Daarvoor heb je 30 nodig. In de nieuwe standaardreeks heeft 3D
dus een vaste plek gekregen.”
Kommer
Kleijn met de 'Award', Imago voorzitter Nigel Walters en B.S.C.
lid Joe Dunton
Hoopt
hij stiekem nog eens gebeld te worden voor een langspeelfilm als DoP,
nu de digitale projectie in goede banen is geleid? “Ik zal altijd
diepverliefd blijven op speelfilms. Maar als vijftigjarige zonder
ervaring op dat gebied is de kans gering dat ze me nog eens vragen om
er zelf een te draaien. Toch ga ik echt niet zitten sikkeneuren hoor,
als die speelfilm niet voorbij komt. Wie weet doe ik er binnenkort wel
een als stereograaf of 3D-consultant. Dan assisteer ik een collega, ook
prima. Go with the flow.”
www.kommer.com
www.kommer.com/animoko
|